Voor Jan en Sofie

honderd bunder bos

Een oma op afstand is helemaal niet leuk, voor de oma niet en voor het kleinkind ook niet.
Je moet gewoon bij je oma langs kunnen gaan en lekker verwend worden.
Je moet lekker alles mogen bij oma wat je bij mamma en pappa niet mag.
Je moet pannenkoeken eten bij oma tot je misselijk wordt en dan nog een toetje met flink slagroom.
Je moet bij oma kunnen slapen, zomaar even omdat je geen zin hebt in pappa en mamma of gewoon voor de lol.
Je moet na school bij oma langs kunnen fietsen voor dat kopje thee met die zelfgebakken appeltaart, want zoals oma die maakt kan mamma toch niet.
Je moet, als je eenmaal een krantenwijk hebt, ’s morgens om een uur of 6, een tasje bij oma aan de deur vinden met wat drinken en een rolletje stophoest of een mars er in en rond de jaarwisseling een paar euro.
Je moet lekker gek kunnen doen met oma zodat mamma zich doodschaamt.
Je moet oma tegenkomen bij de supermarkt of bij de V&D.
Je moet oma bijna elke dag wel even kunnen zien.
Ja, zo zou het moeten zijn. maar zo is het niet.

Jouw oma woont wat verder weg maar, zo kan je toch elke dag even langs komen om met oma te kletsen of gewoon om een verhaaltje te lezen.

De appeltaart spaart oma gewoon op en de slagroom ook. De pannekoeken eten we dan als oma bij jou komt.